Een gezonde zuinige woning door ventileren, logisch of juist niet?

Als we het hebben over de bouw van zeer zuinige woningen, dan is min of meer de mate van energiezuinigheid het eerste item. De bouwers zijn op zoek naar concepten en producten die binnen de lijntjes dit zouden kunnen realiseren, tegen een zo laag mogelijk investeringsbedrag. Binnen de al jaren geldende economische dadendrang een logisch gegeven.

Door Rob Verbrugge

In de bouwwereld worden technische componenten daardoor al decennialang door de zogenaamde onderaannemer tegen te lage prijzen uitgevoerd. Dat heeft zijn sporen nagelaten. De wil en de noodzaak om goede installaties te maken is hierdoor naar de achtergrond gedrongen. Het vakgebied centraal verwarmen en ventilatie is in algemeenheid hierdoor slecht ontwikkeld de laatste jaren. Welke innovaties voor huisinstallaties zijn er doorgedrongen in onze gehele bouwkolom?

In de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn we in Nederland gestart met het aanleggen van centrale verwarming, ingegeven door het bestand van zeer koude en vochtige huizen. In deze huizen was het buiten de woonkamer koukleumen. Centraal verwarmen was toen een uitkomst. Maar de noodzaak en het gebruik is de afgelopen jaren door isolatie, beter glas, kierdichting en ventilatie sterk veranderd. Wat gebruikt u thuis nog aan warmte? In de woonkamer en keuken altijd, de badkamer waarschijnlijk ook…maar waar nog meer?

We gebruiken het steeds minder en lokaler. Bovendien moet het anno 2017 maar eens afgelopen zijn met ruim vijftig jaar domme installaties. In de meeste woningen zijn bewoners (behalve in de woonkamer) overgelaten aan het lot. Niets is te regelen op het moment dat de bewoners het wenst. Pas na het verhogen van de kamerthermostaat krijgt de bewoners wat ze wensen, terwijl de rest beneden zit te zweten.

De meeste gezinnen gebruiken de badkamer in de ochtend één à twee uur en daarna tot in de avond niet meer. Toch staat de badkamer bij veel bewoners altijd aan omdat we hem niet ter plekke kunnen aansturen. Als we met deze insteek auto’s zouden bouwen, verkochten we er geen een.

Hebben we het over woningen die volledig ingericht zijn met LTV vloerverwarming die heel luxe uitgevoerd zijn - met kamerthermostaten in iedere ruimte - dan brengen we de consument nog meer in verwarring. Hij denkt dat alles regelbaar is, maar krijgt bij de oplevering al te horen dat hij maar beter niet kan draaien aan de kamerthermostaat omdat het stoken op 20 graden altijd het beste is. Is de bewoner stevig aan het werk in huis? Dan lopen de zweetparels al over het voorhoofd en rug bij het vastdraaien van een schroef. De koude slaapkamer eenmalig even snel opwarmen? Helaas, dat kan niet. Kortom: we maken geen installaties die de klant datgene geeft wat hij wenst. Maar we hebben geluk, de klant snapt er gelukkig ook niet heel veel van. Maar dat verandert wellicht snel.

Als een bestaand vakgebied niet zelf de nieuwe mogelijkheden gaat prediken, dan kan je wachten op nieuwkomers die het wel oppakken. De toename van slim elektrisch verwarmde badkamers en studeerkamers neemt een enorme vlucht. Zelfs de nog noodzakelijke verwarmingsvraag invullen met een WTW balansventilatie unit, waarbij in de inblaasbuis lucht elektrisch wordt na verwarmd, neemt de rol van centraal verwarmen soms geheel over. Ook al hebben deze oplossingen soms niets met echte duurzaamheid te maken, in de ogen van plusminners kan dit door salderen uitgegumd worden en is dus voor sommige partijen acceptabel.

Als energiezuinigheid het eerste item is, dan denken we waarschijnlijk direct aan energiezuinig verwarmen en warmwater. Bij ventilatiesystemen denkt u wellicht als eerste aan een gezonde woning waar de luchtkwaliteit gegarandeerd is. Maar helaas ik moet u teleurstellen, bij alles wat ventilatie vertegenwoordigd is niet de gezondheid nummer één. Dat is de energiezuinigheid. De beide dominante bloedgroepen in de branche vechten begeleid door overheid en adviesdiensten om het predicaat beste, zuinigste en gezondste. Terwijl internationale rapporten alarmerende boodschappen brengen over zowel de buiten- als binnenluchtkwaliteit.

Iedere Nederlander benoemd zijn gezondheid als het allerbelangrijkst. We eten als mens zo’n kilo voedsel, we drinken zo’n twee liter vloeistof en we ademen ruim 14,5 kilo lucht per dag, twintigduizend keer per dag, acht miljoen keer per jaar. Doordat in onze westerse maatschappij de meeste mensen meer dan 21 uur per dag binnen verblijven en dat getal alleen nog maar toeneemt, wordt verwacht dat een groot percentage rond 2030 lijd aan chronische ziektes.

Toch zien we gek genoeg, dat hoe dichter we woningen bouwen, hoe minder we zouden moeten ventileren. Uiteraard niet om redenen van gezondheid maar vanwege de energieprestaties. Nog gekker wordt het als we de werkelijke staat van onze lucht binnen en buiten gaan analyseren. Vele bekende en minder bekende stoffen vervuilen de lucht in huis en zouden in voldoende mate weg moeten geventileerd. Maar de echte boosdoeners die binnen en buitenshuis onze gezondheid schaden zijn de fijnstoffen en met name de ultra fijnstoffen. Micro roetdeeltjes, koolstof van verbrand hout, de micro stof van kippenfokkers zijn pas de echt kwalijk. Geen enkel ventilatiesysteem is in staat deze ultra fijnstof tegen te houden of met de huidige norm voldoende weg te ventileren. Dus bloedgroepen hoeven hier niet over te gaan strijden. Ik kan mij bijna niet voorstellen dat de ventilatiebranche hier niet van op de hoogte is. Maar mocht dat toch zo zijn dan kunnen we stellen, dat we ten aanzien luchtkwaliteit nog maar heel weinig weten en dat een ieder die claimt het beste en gezondste systeem te hebben niet geheel of geheel niet de waarheid spreekt.

Dat gezond verstand en innovatie ons maar snel verder moge brengen naar betere oplossingen en dat de installatiebranche maar wat assertiever mag worden binnen de bouwkolom. Maar dan wel met voldoende kennis en goed voorbereid op de echte vraag van de klant en de technieken van morgen.

Terug naar het overzicht