Woningcorporaties zaten een tijd in zwaar weer en dat hebben de huurders gemerkt. Veel woningen hebben te lijden onder achterstallig onderhoud. Maar er komen betere tijden, wordt beloofd.
Door Gerard Reijn, verschenen in Volkskrant op 28 december 2016
Vorig jaar, zegt Monica Beens, zijn er in haar voorkamer nog nieuwe balken aangebracht omdat de oude waren verrot. 'Maar als je er nu loopt, kraakt en piept het alweer.' Het vocht, denkt zij, vreet langzamerhand het hele huis op.
Het straatje in Zaandijk waar Beens woont is smal, de trottoirs zijn niet meer dan drie tegels breed. De huizen uit de jaren twintig zien er wel gezellig uit, maar zijn klein en laag. Beens: 'In alle hoeken van mijn huis heb ik schimmel. Zodra je binnenkomt, ruik je de muffigheid. Overal zwarte vlekken op de wand. Dit voorjaar zijn onderhoudsmensen van de woningbouwvereniging langsgeweest en hebben mijn voorraadkast behandeld met een schimmelbestrijdend middel. Vijf maanden later zaten de vlekken er alweer.'
De investeringen in sociale huurwoningen zijn de afgelopen jaren minder geworden. Volgens brancheorganisatie Aedes van de woningcorporaties omdat de financiële positie van de corporaties zwaar onder druk stond. Maar de komende jaren gaat het geld weer stromen. De nieuwbouw van corporaties gaat met sprongen omhoog, van 16,4 duizend woningen in 2015 naar 23 duizend in 2017. Ook voor woningverbeteringen wordt weer veel meer geld uitgetrokken. Vorig jaar gaven de corporaties hiervoor 1,1 miljard euro uit, dit jaar zal dat al 1,6 miljard zijn en volgend jaar 1,9 miljard euro.
Volgens Aedes is die investeringsexplosie te danken aan het herstel van de financiële positie van de corporaties. Die was de afgelopen jaren verslechterd, eerst als gevolg van de economische crisis en daarna door de zogenaamde verhuurdersheffing die werd opgelegd door minister Blok van Binnenlandse Zaken. Die heffing, die vooral neerkomt op een belasting op de woningbouwcorporaties, zal volgend jaar oplopen tot 1,7 miljard euro.
De heffing heeft een paar jaar lang de financiën van de corporaties geteisterd. Maar inmiddels hebben de corporaties personeel ontslagen en anderszins de kosten verlaagd, waardoor het ze nu weer wat beter gaat. En dus kan er weer worden geïnvesteerd.
Gisteren publiceerde de NOS een onderzoek naar de klachten van huurders over hun woningen. Van de 8.500 mensen die de vragenlijst invulden - veruit de meesten bewoners van sociale huurwoningen - zegt een op de vijf dat zijn woning slecht onderhouden is. Ook een op de vijf wil verhuizen wegens de slechte staat van onderhoud.
Bijna de helft heeft klachten vergelijkbaar met die van Beens: vocht, lekkage, schimmel. Gevraagd naar suggesties voor verbeteringen, wordt het aanpakken van de isolatie het vaakst genoemd - door 31 procent van de deelnemers aan het onderzoek.
Het lijkt erop dat de corporaties naar hun klanten luisteren. Bij hun hernieuwde investeringsdrift gaat er vooral veel geld naar verbeteringen van de energiehuishouding: isolatie en nieuwe verwarmingsketels. In 2014 besteedden de corporaties daaraan bij elkaar niet meer dan 200 miljoen euro. Vorig jaar was het opgelopen tot 257 miljoen en in 2017 zal het budget al 613 miljoen bedragen, ongeveer eenderde van het totale budget voor woningverbeteringen.
Met die versnelde investeringen in isolatie halen de woningcorporaties overigens nog lang niet hun doelen. In het Energieakkoord van 2013 hadden ze afgesproken dat in 2020 hun woningen gemiddeld minstens zouden voldoen aan het energielabel B. Dat wil zeggen dat muren zijn geïsoleerd, ramen van dubbel glas zijn voorzien en verouderde verwarmingsketels zijn vervangen door moderne. Het rijk stelde voor dit doel een subsidie van 400 miljoen ter beschikking.
Van dat programma is niet veel terechtgekomen. In de drie jaar dat de afspraken uit het energieakkoord lopen, hebben de woningbouworganisaties een achterstand opgelopen van drie jaar. Dat betekent kort en goed dat er drie jaar lang nagenoeg niets is gedaan. Volgens een woordvoerder van Aedes zal het doel nu niet in 2020 maar in 2023 worden bereikt.
Of de investeringsdrift de redding zal zijn voor het huis van Monica Beens is zeer de vraag. Beens krijgt van haar woningbouwvereniging Parteon het advies om goed te ventileren en te stoken, zodat het vocht het huis uit kan. Beens: 'Maar er kunnen geen ramen open in dit huis. We hebben alleen twee roosters, en dat is niet genoeg. Dus zouden we de deuren open moeten zetten.'
toegang.
Maar zelfs met de deuren dicht heeft ze het al steenkoud. 'In de winter zitten we niet meer in de achterkamer, want daar tocht het nog het ergst. En in de voorkamer zetten we de verwarming op 24 en houden we onze schoenen aan.' Ze douchen 's winters heel kort, want de badkamer is ondanks de centrale verwarming steenkoud. Maar isoleren vindt Beens geen goed plan. 'Plat gooien en iets nieuws bouwen', adviseert ze.