Gezond wonen

Gezond wonen in nieuwbouw én renovatie

Een integrale oplossing voor een comfortabele, gezonde en duurzame woning.

Een gezond binnenklimaat en ventilatie hangen nauw met elkaar samen. Iedereen begrijpt de samenhang “hoe minder geventileerd hoe ongezonder”. Vandaar onze stelling “hoe meer je ventileert hoe gezonder de woning”. Echter dit heeft natuurlijk ook een bovengrens. In de praktijk wordt de bovengrens bepaald door het met ventilatie gepaard gaande energieverlies en comfortverlies. Energieverlies is eenvoudig te berekenen en als criterium te gebruiken.

Hoeveel energieverlies is ons een gezonde woning waard?

Comfortverlies is lastiger en is net zoals het belang van een gezond binnenklimaat subjectief. Wat voor de één een acceptabel comfort is kan voor de ander als grote overlast ervaren worden. Zo ook voor gezondheid. Wat voor de één acceptabel is kan voor de ander niet gezond genoeg zijn. Denk aan roken of besparen op de energierekening door minder te ventileren. Dit is dan ook de achilles hiel van elke ‘trade off‘ tussen een gezond binnenklimaat enerzijds en comfortbeleving en de portemonnee van de bewoner.

Hoeveel comfortverlies is ons een gezonde woning waard?

Met StralendWARM hebben we in de praktijk laten zien dat een win/win situatie mogelijk is. Ruimschoots ventileren, zonder comfortverlies én besparen op energie.

Onderzoek naar luchtkwaliteit in bestaande woningen

Vanaf de publicatie van het MONICAIR rapport is duidelijk dat de binnenluchtkwaliteit onvoldoende is. Zelfs ventilatiesystemen die voldoen aan de regelgeving zijn geen garantie op voldoende luchtkwaliteit. Er wordt gewerkt aan de herschrijving van de NEN 1087 en waarschijnlijk zal de binnenluchtkwaliteit (IAQ) opgenomen gaan worden in de regelgeving waarbij energieprestatie en comfort harde randvoorwaarden zullen worden. In de tussentijd zullen we de bestaande regelgeving moeten loslaten en van onze eigen ervaringen, inzichten en ambities uit moeten gaan waarbij de eindkwaliteit en de bewonersbeleving voorop staan.

Gezondheid voorop

Een gezonde woning die ook aangenaam is realiseert StralendWARM door ruim voldoende te ventileren zonder overlast van geluid of tocht. CO2 sturing is een uitstekende parameter om deze vervuiling tijdens onze aanwezigheid te meten en te sturen maar is ons inziens niet voldoende. In woningen wordt vaak een aanzienlijk hoger gehalte aan fijnstof gemeten dan buiten. Dit fijnstof blijkt in grote hoeveelheden vrij te komen bij koken (TNO: 90 % van de blootstelling aan ultrafijnstof vindt binnen plaats). Andere schadelijke stoffen komen ook vrij tijdens onze afwezigheid, zij ontstaan 24 uur per dag. Door voldoende te ventileren voeren we naast vocht, CO2 en fijnstof ook stoffen af als Radon en een grote groep stoffen vallend in de categorie Vluchtige Organische Stoffen. Door ruime ventilatie krijgt schimmel minder kans. De toegevoerde verse lucht komt in elke verblijfsruimte rechtstreeks van buiten via een geluiddempende voorziening, gefilterd, de woning binnen. Tot slot worden de juiste geluidarme afvoerrozetten toegepast, de installatie correct ingeregeld en de bewoners goed geïnformeerd.

Onze ambitie, de beleving van StralendWARM door de bewoner

De belangrijkste redenen voor een bewoner om in te grijpen in het ventilatiesysteem en daardoor onvoldoende te ventileren zijn koude tocht, geluidoverlast bij de toevoercomponenten, het geluid dat de afvoerrozetten maken en het geluid van de MV-box zelf. De doelstelling van Inventum, Henrad/Stelrad en Movair bij het ontwerp van StralendWARM was aan al deze facetten serieus aandacht te besteden en op te lossen. ‘The proof of the pudding is in eating’: In veel woningen zijn reeds componenten van StralendWARM naar tevredenheid toegepast en de prestaties beoordeeld. Het complete concept is recentelijk toegepast in nieuwbouw en renovatie. De ervaringen worden gemonitord. De partners van StralendWARM zijn gecommitteerd aan de doelstelling een gezonde, comfortabele en duurzame woning te realiseren. Door voortschrijdend inzicht is ons concept nooit klaar.

Energieverlies door ventilatie

De gangbare gedachte is dat het energieverlies, veroorzaakt door ventilatie, tot uitdrukking komt in de benodigde energie om de toegevoerde lucht op de gewenste ruimtetemperatuur te brengen. Echter natuurkundig gezien vindt het feitelijke energieverlies plaats bij de naar buiten afgevoerde lucht. Zolang daar nog warmte in zit voer je energie af. Is de temperatuur van de afgevoerde lucht hoger dan van de toegevoerde lucht dan is er feitelijk sprake van energieverlies door ventilatie. Dus omgekeerd, indien de temperatuur van de afgevoerde lucht lager is dan van de toegevoerde lucht, is er sprake van energiewinst door ventilatie.

De behoefte om de toegevoerde lucht op te warmen, wat dus energie kost, komt voort uit de gestelde comforteisen. Immers koude toegevoerde lucht leidt tot comfort klachten. In de NEN 8088 wordt de opwarming van de toegevoerde lucht als energieverlies gekenmerkt. Feitelijk dus ten onrechte. Eigenlijk is dit een comforteis.

De samenhang tussen een goed isolerende schil en de beleving van ventilatie en warmte

Naarmate een woning beter geïsoleerd is (lage transmissieverliezen en kierdicht) nemen de temperatuurverschillen binnen een woning sterk af. Door deze geringe temperatuurverschillen valt het verschil in temperatuur tussen de van buiten aangevoerde verse lucht en de binnentemperatuur extra op. Dit kan tot comfortproblemen leiden. Dit comfortaspect wordt dus steeds belangrijker naarmate een woning beter geïsoleerd is. Dit is temeer een belangrijk aandachtspunt om dat eerder aangegeven is dat we bewust meer moeten ventileren om de luchtkwaliteit te borgen. De enige oplossing voor dit comfortprobleem is dat instromende lucht, bij koude buitentemperaturen, voorverwarmt zal moeten worden voordat het de leefruimte binnenkomt. Balansventilatie komt hier in grote matte aan tegemoet. Luchttoevoer via de klassieke ZR-roosters niet. Oplossingen met elektrisch voorverwarmde lucht kunnen niet aan de duurzaamheidscriteria voldoen.

Naarmate een schil beter geïsoleerd is neemt de hoeveelheid toe te voeren warmte, om de verblijfsruimte op temperatuur te houden, dus af. Het vermogen van de verwarmingselementen wordt verlaagd vanwege de sterk verlaagde transmissieverliezen. Lage temperatuur verwarmingssystemen zijn hier een gevolg van.

Echter de hoeveelheid ventilatielucht en de buitenluchttemperatuur blijft wel hetzelfde. Dus de hoeveelheid toe te voeren warmte om de toegevoerde buitenlucht op te warmen blijft in een goed geïsoleerde woning hetzelfde als in een slecht geïsoleerde woning.

Door deze veranderde verhouding zal een bewoner de ‘kou’ van de toegevoerde lucht steeds nadrukkelijker ervaren.

Bovendien missen de lage temperatuur systemen een voor het comfort belangrijke component: Stralingswarmte.

Tot slot hebben mensen behoefte aan een regelbare temperatuur die met een redelijke snelheid reageert op een gewijzigde temperatuurinstelling. De gewenste omgevingstemperatuur is sterk afhankelijk van de tijd van de dag en de activiteit van de bewoner.